Man, wat is er al veel geschreven over COVID-19, of de coronacrisis en wat zal er nog veel geschreven worden. Mijn eigen media dieet zorgde ervoor dat de berichten langzaam toch binnen druppelden, inmiddels maanden terug. Niet alleen de dagbladen en TV-programma's maar elk blogje, of het nu gaat over literatuur, innovatie of personal finance, alles heeft een vleugje corona. Besmettelijk in elke vorm dus.
Eigenlijk was ik niet voornemens om ook over 'de corona' te gaan schrijven, tot ik me realiseerde dat er een interessante link is met een scriptie die ik 10 jaar geleden schreef.
In 2010 studeerde ik af aan de Design Academy Eindhoven. Een tweejarige masteropleiding in Conceptueel Design. En ik studeerde daar af met een product-ontwerp én met een onderzoek annex scriptie, genaamd: "Design in Times of Crisis, revisited." Zonder die hele scriptie hier integraal over te gaan nemen wil ik het hebben over het motto van dat werk;
Schaarste is een katalysator voor creativiteit en innovatie.
Wanneer mensen minder hebben, is er een grotere behoefte aan creatieve oplossingen hoe daarmee om te gaan. Met andere woorden, wanneer we minder geld, materialen of bijvoorbeelde sociale contacten hebt, gaan we beter nadenken over hoe we slim met die beperking om kunnen gaan.
Op een bepaalde manier sta ik te popelen om te ontdekken wat deze crisis ons voor goeds gaat brengen. De eerste onderbouwing van die gedachte vond ik terug in een interview (in Quartz) met Lidewij Edelkoort, waarin ze uitlegt wat voor kansen er nu liggen, voornamelijk op gebieden als consumentisme, luchtvervuiling en materiaalgebruik. Uitdagend maakt ze het statement dat "Corona een zegen voor de mensheid kan zijn". Ze grossiert overigens behoorlijk in one-liners: "A quarantine of consumption" mag ook op een tegeltje (via Dezeen).
Een roep om solidariteit om samen de toekomst vorm te geven, zeker nu die kansen in een stroomversnelling komen, komt naar voren in het artikel dat Yuval Noah Harari, waar ik trouwens een soort haat-liefde verhouding mee heb (met zijn werk dan) voor de Financial Times schreef.
"... But these are not normal times. In a moment of crisis, minds too can change quickly. You can have bitter arguments with your siblings for years, but when some emergency occurs, you suddenly discover a hidden reservoir of trust and amity, and you rush to help one another."
Wat arrogant om na twee van dit soort 'denkers' terug te gaan naar mijn eigen werk uit 2010. Maar ik doe het toch
Wat ik zo tekenend vond aan de nasleep van de Great Depression (of in het goed Nederlands: Crisis van de jaren 30) was de voortgangsdrift en hoe verschillend ermee om werd gegaan. Zeker op het gebied van ontwerp en innovatie. In het kort kwam het (volgens mij) neer op het volgende: in de Verenigde Staten werden ontwerpers aan het werk gezet om producten mooier en aantrekkelijker te maken, zodat de consument weer gestimuleerd werd om meer te kopen.
In Nederland en Europa richtten ontwerpers als Le Corbusier, Mart Stam en Willem Hendrik Gispen zich op de functionaliteit en efficiëntie in productie. Een stoel was een instrument om op te zitten, in plaats van een voortzetting van wat altijd gezien was als 'een stoel'. Ook Gerrit Rietveld streefde naar dit ideaal en onderstreepte zelf ook het bovengenoemde credo. In zijn woorden: "Noodgedwongen beperking kan en moet zich ontwikkelen tot blijde bevrijding van het overtollige".
Ondanks dat het ook toen ‘mindere tijden’ waren, zorgde het voor een enorme opleving van creativiteit en inventiviteit. De voorbeelden zijn talloos, denk bijvoorbeeld aan de multiplex spalken die Ray en Charles Eames maakten voor het Amerikaanse leger in de tweede wereldoorlog en hoe dit hen inspireerde tot de latere plywood stoelen. Maar je hoeft geen ontwerper of architect te zijn om vernieuwend te zijn.
Laten we in de eerste plaats overleven, maar laten we ook proberen om iets van deze tijd te leren. Wat kan er anders en wat moet er anders? Hoe kijken we over 10 jaar terug op de tijd dat we ineens allemaal gingen video-bellen met opa, oma én onze collega’s, hoe we opeens aan de buurvrouw vroegen hoe het met haar ging en hoe we ineens toch wel konden thuiswerken? Met onze voeten tussen de Duplo.
En als laatste; Inspiratie ontstaat niet in een vacuüm. Blijf nieuwsgierig!
PS Mijn afstudeerscriptie vind je hier: Design in Times of Crisis, revisited.